
Een jaar geleden begon Yvonne de Boer bij Liberein als Coördinator VPT, maar inmiddels is VPT in Twente beter bekend als Samenzorg. Haar opdracht: de Samenzorg-werkwijze verder ontwikkelen en uitbouwen binnen de organisatie. “Mensen willen langer thuis wonen. En door de toenemende vergrijzing, terwijl het aantal verpleeghuisbedden niet meegroeit, moeten mensen ook langer thuis blijven wonen.” vertelt Yvonne.
[Samenzorg (VPT) is een 'pakket zorg' voor mensen met een indicatie voor de Wet langdurige zorg (WLZ). Het VPT is een leveringsvorm: de manier waarop de cliënt zorg ontvangt, thuis achter de eigen voordeur.]

Ze schetst hoe de zorg veranderd is. Waar het vroeger vanzelfsprekend was dat iemand rond zijn 65e naar het ‘bejaardenhuis’ ging, zijn ouderen tegenwoordig vitaler, actiever en gehecht aan hun eigen omgeving. “Die wens om langer thuis te blijven wonen, sluit naadloos aan bij wat wij met Samenzorg bieden.”
Toen Yvonne vorig jaar september begon, waren er binnen Liberein zo’n twintig cliënten die gebruikmaakten van Samenzorg. Inmiddels zijn dat er 75. “We zijn gestart met twee proeftuinen, in Korteland en Ariensstaete, maar dit was voor ik begon bij Liberein. Inmiddels is Samenzorg op alle locaties uitgerold én sinds de zomer in de wijk. Zelfs in de wijk hebben we nu al acht cliënten die we met Samenzorg ondersteunen.”
Van woonassistent naar Leefondersteuner
Een belangrijke ontwikkeling waar Yvonne trots op is, is de introductie van de functie ‘Leefondersteuner’. “Toen ik begon waren er twee Woonassistenten voor Samenzorg. Inmiddels hebben we vijftien Leefondersteuners. We noemen ze bewust zo, omdat het veel meer gaat om ondersteunen in het dagelijks leven en stimuleren dan om assisteren.”
Een Leefondersteuner hoeft geen zorgdiploma te hebben, maar vervult wel een betekenisvolle rol in het dagelijks leven van cliënten. Hij of zij biedt precies de ondersteuning die past bij wat iemand nodig heeft: hulp in huis, structuur in de dag, persoonlijke verzorging en minstens zo belangrijk, oprechte aandacht. Een luisterend oor, een praatje of gewoon samen een kop koffie drinken. En dat kan doordat de Leefondersteuner langere tijd bij de cliënt is in plaats van alleen voor het zorgmoment. De ondersteuning sluit altijd aan bij het persoonlijke zorgplan en de wensen van de cliënt. Zo wordt de Leefondersteuner een vertrouwd gezicht dat écht het verschil maakt.
Die rol blijkt in de praktijk ontzettend waardevol. Zeker voor mantelzorgers, die het vaak zwaar hebben. Yvonne: “Een mantelzorger vertelde dat hij al maanden niet meer had gebiljart, omdat hij zijn vrouw niet alleen durfde te laten vanwege haar onrust. Dankzij de Leefondersteuner kan hij nu toch weer even weg met een gerust hart. Dat geeft zoveel lucht.”
Samenwerken aan structuur en welzijn
De invoering van Samenzorg vraagt om goede samenwerking binnen de organisatie. Yvonne: “We werken intensief samen met Projectleider VPT, Cliëntadvies, Wijkverpleegkundigen, Coördinerend verzorgenden, Casemanagers en Teamleiders Zorg en facilitair. De Teamleiders Zorg zijn eigenaar van Samenzorg en ik ondersteun hen hierbij. In mijn eerste jaar heb ik vaak bijgesprongen waar nodig, ook buiten mijn eigen taken. Bij Liberein krijg ik de vrijheid om mijn werk zelf vorm te geven, waardoor ik iedere dag vol energie en motivatie kan bijdragen aan het beste resultaat voor cliënten en collega’s. Nu kan ik meer loslaten en me focussen op de inhoud: het coachen van Leefondersteuners, het contact met cliënten en mantelzorgers, het verder ontwikkelen van Samenzorg en onderhouden en samenwerken met partijen buiten de eigen organisatie om kennis te delen, samen te werken en de positie van de organisatie te versterken”.
Wat haar opvalt is dat de waarde van Samenzorg niet alleen zit in de zorg, maar juist in de ondersteuning. “Samen een boodschap doen, een wandeling maken of rustig koffiedrinken, dat zijn momenten die net zo belangrijk zijn als medische handelingen. Het gaat om structuur, welzijn, verbondenheid en het ervaren van een zinvolle dag.”
Blik op de toekomst
Voor de komende jaren ziet Yvonne volop kansen. “Ik hoop dat we over vijf jaar Samenzorg nog verder hebben uitgebouwd. Dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen en onderdeel kunnen blijven uitmaken van de maatschappij in hun eigen huis of in geclusterde Samenzorg-woningen die onderdeel zijn van de wijk. Met vaste teams die de cliënten en hun mantelzorgers goed kennen. Zorg die niet naar binnen gekeerd is, maar juist open en uitnodigend.”
“Daarin spelen ook de buurt en technologie een belangrijke rol,” benadrukt ze. “We willen toe naar zorgzame buurten, waar buren, vrijwilligers en lokale organisaties samen een sociaal vangnet vormen. Zorgtechnologie kan daarbij niet alleen structuur bieden, maar cliënten ook ondersteunen om zoveel mogelijk zelf te blijven doen en hun zelfstandigheid te behouden. Zo blijft de regie bij de mensen zelf, terwijl er ondersteuning beschikbaar is wanneer dat nodig is.”
“Er zijn natuurlijk grenzen aan thuisblijven wonen; we kijken altijd wat realistisch en haalbaar is, maar zodra iemand een gevaar vormt voor zichzelf of zijn omgeving, of de zorg niet meer geleverd kan worden omdat het huis niet kan worden aangepast, houdt het op, terwijl we daarbinnen alles doen om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen.”